Begin met de crumble van look. Verkruimel de sneden brood. Hak de look fijn. Meng de broodkruimels met de knoflook en olijfolie. Kruid flink met peper en zout. Spreid de broodkruimels over een grote bakplaat en laat 8-10 min bakken in de oven op 200 °C totdat de kruimels lekker krokant en goudkleurig zijn. Ga halverwege de baktijd even door de kruimels met een lepel. Haal de kruimels na baktijd uit de oven en hou opzij.
Maak nu de pasta. Verwijder de buitenste, gele bladeren van de savooikool. Snij de kool in fijne reepjes. Verwijder de dikke nerven. Hou even opzij.
Kook de paste beetgaar in een ruime kookpot met gezouten water. Voeg gedurende de laatste 3 min van de kooktijd de fijn gesneden reepjes kool toe. Giet af en laat uitlekken. Bewaar 150 ml van het kookvocht om straks de saus mee af te werken.
Snij ui en knoflook fijn. Verwarm de olijfolie in een wok of grote koekenpan op middelhoog vuur. Fruit hierin ui en knoflook gedurende 5 min. Voeg dan de witte wijn en zeste van de citroen toe en laat inkoken gedurende 5 min.
Voeg nu de pasta en savooikool toe. Kruid goed met peper, zout en vers geraspte nootmuskaat. Voeg vervolgens de room en het sap van de citroen toe. Meng goed om en voeg beetje bij beetje het pastawater toe totdat de saus de door jou gewenste dikte heeft. Laat even opkoken. Proef, en kruid naar eigen smaak af met extra peper, zout en nootmuskaat.
Verdeel de pasta over de borden en werk af met de crumble van look. Geef er eventueel een beetje geraspte plantaardige parmezaanse kaas bij.