Bechamelsaus of witte saus is een klassieker in de Vlaamse keuken en vormt de basis voor heel wat andere sauzen en gerechten. Een klassieke bechamelsaus bestaat eigenlijk uit slechts 3 ingrediënten: boter, bloem & melk. Heel gemakkelijk te veganizen dus: je vervangt de boter en de melk gewoon door plantaardige alternatieven.
Zelf maak ik mijn plantaardige witte saus meestal als volgt:
- Ik begin met het maken van een roux. Ik laat 40 g sojaboter smelten in een steelpan met dikke bodem op een zacht vuur. Let op: de boter mag niet bruinen. Vervolgens voeg ik 30 g bloem toe. Ik meng boter en bloem onder elkaar met een houten lepel. Boter en bloem mogen even bakken tot je koekjes begint te ruiken. Dat is het teken dat de roux klaar is.
- Nu mag de melk erbij. Ik gebruik meestal sojamelk of havermelk. Zorg er in elk geval voor dat je de ongezoete varianten gebruikt (dit is niet hetzelfde als ‘natuur’ varianten – zie voor meer uitleg onder het trefwoord ‘melk’). Doe de melk geleidelijk aan bij de roux en meng telkens goed om met een garde tot je geen klonters meer hebt. Hoeveel melk je gebruikt, hangt af van hoe dik je de saus wil. Op 40 g boter/30 g bloem gebruik ik meestal 600 ml melk.
- Breng de saus al roerend aan de kook op een zacht vuur en laat het geheel 2 min doorkoken.
- Kruid vervolgens de saus goed af met peper, zout en vers geraspte nootmuskaat. Ik voeg meestal ook 2-3 eetlepels citroensap toe voor een frisse toets. Als je een vegan kaassaus wil maken, kan je nu ook plantaardige (geraspte) kaas toevoegen.
